Tip 1

Een goede basis

Begin simpel: hang een paar kwalitatief goede gordijnen voor de ramen, wel zo effectief. En is het echt een donkere dag? Dan hoef je het toch niet van het daglicht te hebben. Doe de raambekleding lekker dicht, van gordijn tot luxaflex: alle kleine beetjes helpen om de warmte binnen te houden.

Tip 2

Dicht de kieren

Waar voel je letterlijk de tocht ‘trekken’? Veel gehoorde punten zijn de brievenbus, raamkozijnen en de (binnen)deuren. Er zijn allerlei goedkope oplossingen die al flink wat warmtelekkage tegenhouden. Denk aan: tochtstrips, tochtborstels aan de onderkant van de binnendeuren en een speciale (borstel)afsluiting voor de brievenbus. En wat dacht je van een aloude tochtrol (ook wel tochthond genoemd)? Zeer effectief en overal te koop. Maar de creatievelingen onder ons naaien er natuurlijk zelf een. 

Let op: het klinkt tegenstrijdig, maar zorg tegelijkertijd voor voldoende ventilatie. In tegenstelling tot nieuwere woningen, hebben woonhuismonumenten meestal geen luchtroosters of andere ventilatiemogelijkheden. Blijf daarom luchten, geregeld, de gehele dag door. Af en toe die buitendeur of dat raampje op een kier dus. 

Tip 3

Schaf een luchtvochtigheidsmeter aan

Aansluitend op het ventileren: Frisse, droge lucht van buiten is aangenamer én wordt sneller warm. Dat resulteert weer in minder stoken. Een té droge lucht voelt dan weer onaangenaam. Denk: ruwe keel, gebarsten lippen en een droge huid. Een te lage luchtvochtigheid dus. Een te hóge luchtvochtigheid brengt weer andere problemen met zich mee: een muffe lucht, condens en schimmelvorming met zelfs gezondheidsproblemen tot gevolg. 

De optimale luchtvochtigheid binnenshuis ligt tussen de 40 en 60%. Een luchtvochtigheidsmeter geeft het percentage binnen jouw woning keurig aan, zodat je snel maatregelen kunt nemen als dat percentage niet optimaal is. Ook voor een perfect woonklimaat geldt: Meten is weten! 

Tip 4

Geef je cv-ketel en radiatoren een update

Een veelgehoorde truc is die van het lager zetten van de standaard temperatuur van je cv-ketel. Bij installatie wordt deze meestal standaard op 80 graden Celsius gezet, terwijl dit niet per se nodig is. Je kunt in veel gevallen de cv-ketel zelf bijstellen naar 40 tot 60 graden Celsius. Je bespaart daarmee behoorlijk op de stookkosten. 

Let op: het is niet bij elk type mogelijk om de temperatuur zelf aan te passen. Neem in dat geval een installateur in de hand. Lukt het je zelf? Goed kijken: zet alleen de temperatuur van het circulerende verwarmingswater lager.

De basis
Een vaak vergeten klusje is het ontluchten van de radiatoren. Het is gemakkelijk zelf uit te voeren. Eens per jaar, zo vlak voor de winter is voldoende. Houd de radiatoren ook stofvrij. Het stof belemmert het verwarmen van de ruimte. Net zo goed als een bank of kast dat doet. Geef  ze dus de ruimte, zodat de luchtstroom optimaal is.

Extraatjes
Die luchtstroom kun je zelfs bevorderen door speciale ventilatortjes aan te schaffen. En last but not least: plak een laagje folie achter de radiatoren. Dit speciale folie, te koop bij elke doe-het-zelfzaak, is voorzien van een reflecterende laag, die ervoor zorgt dat de warmte niet via de muur (of het raam) achter de radiator naar buiten straalt. 

Tip 5

Doe een warmtescan

Bij een warmtescan wordt met een speciale infraroodcamera het verschil tussen warm en koud zichtbaar.. Hierdoor zie je waar warmte als het ware ‘weglekt’. En daar kan je dan vervolgens op anticiperen, door het aanbrengen van isolatie of tochtstrips bijvoorbeeld. Een warmtescan kan je laten doen door een specialist. Het is zelfs een van de service-onderdelen van het duurzaam monumentenpaspoort. Meer hierover weten? Klik op onderstaande button.
 

Doe de test!